De historische jeugdroman ‘Het geheim van de Ravenhorst’ is tot nu toe een groot succes. Inmiddels zijn er al flink wat boeken verkocht en bij de uitgeverij zijn ze er zo blij mee, dat ze me hebben gevraagd of ik niet nog een historische jeugdroman wil schrijven en daar denk ik nu over na.
Ik zou het heel leuk vinden om nog een boek te schrijven dat is gebaseerd op waar gebeurde historische feiten. Dat vond ik ook zo leuk toen ik bezig was met het schrijven van ‘Het geheim van de Ravenhorst’. Je bent constant bezig met research doen om ook de achtergrond van het verhaal als middeleeuws te schetsen.
Een lezer moet zich in de middeleeuwen wanen. Ze moeten het gevoel hebben dat ze met je mee lopen over een middeleeuwse markt, terwijl de knorrende varkens om hen heen scharrelen. Dat ze de geluiden horen die bij een dergelijke markt horen. De stank ruiken die al die loslopende dieren en slechte hygiëne veroorzaken. Dat vind ik heerlijk.
Ook voor de lezers
En nu blijkt dat ook heel veel kinderen ervan genieten, want het boek trekt duidelijk de aandacht van veel kinderen. Niet alleen van kinderen die van paarden houden, maar ook van kinderen die geïnteresseerd zijn in ridders. En ik denk dat het laatste een belangrijke reden is dat het boek zo de aandacht trekt. Er zijn namelijk helemaal niet zo heel veel historische jeugdromans over ridders die door Nederlandse schrijvers zijn geschreven.
Het lijkt wel of Nederlandse schrijvers die graag iets over de middeleeuwen of de Gouden Eeuw schrijven heel vaak terugvallen op wat de zee ons bood. Het gaat vaak over de VOC, de avonturen van Michiel de Ruyter of andere zeehelden. Maar over wat er hier in Nederland zelf gebeurde in diezelfde tijd, staat maar heel weinig op papier.
Over alchemisten, smeders, ridders en pottenbakkers
En eigenlijk is dat best raar. Want er zijn volgens mij heel mooie verhalen te schrijven over wat er in de zeven provinciën gebeurde in die tijd. Over wat ridders meemaakten, maar ook over wat de gewone bevolking deed. Want er waren allerlei heel bijzondere beroepen. Ik weet nog goed dat ik Hasse Simonsdochter las van Thea Beckman en dat zij daarin schreef over de klokkengieters, die van Den Bosch naar Kampen gingen om daar klokken te gieten en over hoe ze dat deden. Maar ook over bijvoorbeeld alchemisten, barbieren, snijders, smeden, wevers en pottenbakkers valt van alles te vertellen.
Ik denk dus momenteel wel na over een nieuw verhaal, maar ik ben er nog niet uit. Een idee heeft bij mij altijd tijd nodig om zich te ontwikkelen. Eerst wordt een idee geboren en in mijn hoofd breidt het zich dan steeds verder uit. Alleen in mijn hoofd. Ik schrijf niks op, want als ik het heb opgeschreven dan ligt het op een bepaalde manier vast. En dat wil ik niet. Ik wil vrij kunnen bedenken wat er in het verhaal mag gebeuren. Pas als ik heel tevreden ben over het verhaal dat ik heb bedacht en het heeft in mijn hoofd een begin en een eind, dan schrijf ik het op. En heel vaak bedenk ik tijdens het opschrijven dan weer allerlei nieuwe invallen.
Eerst een Gouden Paard
Maar zover ben ik nu dus nog niet. Mijn aandacht wordt op dit moment ook nog afgeleid door mijn elfde Gouden Paarden-boek, want daarvan heb ik begin deze week de laatste zinnen geschreven en nu ligt het bij de redacteur van Kluitman, die moet beoordelen waar het nog verbeterd moet worden.
Ik vind het zelf een heel leuk verhaal geworden. Het gaat deze keer over een Fjordenpaard. Hij heet Vidar en is werkzaam in het bos. Daar moet hij namelijk omgezaagde bomen het bos uit slepen. Zijn moeder is er van overtuigd dat dat het mooiste werk ter wereld is, maar Vidar vindt er helemaal niks aan. Hij wil veel liever een dressuurpony zijn of dansen op muziek. Maar daarvoor is hij helemaal niet geschikt, vindt zijn moeder, en ze draagt hem op om dat helemaal te vergeten. Maar dat kan Vidar niet.
Het boek van Vidar
Het heeft zelfs al een titel. Het gaat ‘Vidar wil dansen’ heten. En ik heb de afbeelding voor de cover, gemaakt door George Schriemer, al gezien en die is echt prachtig! Als het allemaal goed is, dan komt dit boek in september uit. Dus nog even geduld. Voor mij is het eerst nog afwachten of ik er nog aan moet sleutelen. En als dat niet zo is, dan duik ik met liefde weer in de geschiedenisboeken en bedenk ik weer een prachtig verhaal over Hollandse ridders en schildknapen, en over de gewone mensen die met hen te maken hebben.
Meer lezen van Christine? Bekijk haar pagina >>>
Wat een creativiteit en wat een eer om een historische jeugdroman te mogen (en kunnen!) schrijven! De Gouden Paarden serie krijgt zo ook een leuke uitbreiding met Vidar zo te lezen 🙂
Gaaf! Ik kijk enorm uit naar je nieuwe boeken! Facebook heb ik recentelijk verwijderd omdat het niet goed voor me is, dus blijf ik bijvoorbeeld via deze site op de hoogte van nieuwe (paarden)boeken