De eerste keer dat ik je zag wist ik het meteen: dit is mijn eerste eigen pony! Ik liep over een onbekend erf in de richting van een rijtje stallen. Jij stak je hoofd over een staldeur en keek me met glanzende ogen aan. Natuurlijk heb ik eerst een paar keer proefgereden en je laten keuren door de veearts. Maar ik wist dat alles in orde zou zijn.
Op oudejaarsdag haalde ik je op, samen met een vriendin. Vanaf toen zag ik je bijna elke dag. De eerste jaren stond je in een pensionstal. Je herkende het geluid van mijn auto. Zodra ik het portier dichtdeed begon je te hinniken. Toen ik een nieuwe auto kocht, begreep je dit na drie keer al.
Ik ging verhuizen en nam je mee. Vanuit de stal, de paddock en de wei kon je de achterdeur zien. Elke keer als ik die opendeed hinnikte je. Je was de leidster van mijn kleine kudde; je beschermde Fritske en voedde Jorrin op.
Buitenritten maken deed je graag. Je beste maatje was Zefanja. Samen met haar liep je kilometers door Brabant en zelfs door België. Nadat Zefanja was overleden heb je haar erg gemist. Je bent haar nooit vergeten en je liefde voor grote bruine paarden bleef. Zo’n tien jaar later vond je een nieuwe vriend in Zidaan, een bruine KWPN-er.
Je liep als de beste en meestal gingen we op stap met paarden. Die liepen graag achter jouw mooie Haflinger-billen aan. Zeker als het spannend werd. Granus (ook een bruine) voelde zich zo veilig bij jou, dat hij op concours spontaan achter een vreemde Haflinger aanliep.
Soms werd je onderschat. Zoals die keer dat een meisje het niet zo zag zitten om met een pony buiten te rijden. ‘Als je ons niet bijhoudt wachten we niet op je, hoor,’ waarschuwde ze me bij vertrek. Het kwam erop neer dat jij voorop liep en we op haar moesten wachten toen haar paard niet langs een enge boomstronk durfde.
Je was stoer en soms te heftig. Hoe spannend het ook was onderweg, we zijn altijd weer samen thuisgekomen.
Buiten durfde ik maar weinig mensen op je te laten rijden, maar in rijbak was je enorm braaf. Met kleine kinderen was je heel voorzichtig. Mensen die bang waren gaf je weer vertrouwen. En je geduld als therapiepony voor kinderen met een beperking was eindeloos.
Je kreeg last van je achterbenen. Soms liep je goed, soms slecht. Ik paste me aan en lastte periodes in van rust en langzaam weer opbouwen. Steeds grotere stukken liep ik naast je in plaats van dat ik op je reed. Daarna wandelden we alleen nog en sinds vorig jaar was je helemaal met pensioen.
Je had goede tijden, dan was je vrolijk en liep je goed. Er waren slechte periodes, dan was je chagrijnig en sleepte je met je benen. De goede momenten werden korter en korter. Behalve vocht in je benen, kreeg je ook dikke plekken op je hoofd en je keel. Het kauwen ging moeizamer en slikken werd lastig.
Het ging niet meer…
Met Jorrin en Fritske aan je zijde ben je in mijn armen ingeslapen. Heel rustig en vredig.
Het blijft pijnlijk stil als ik de achterdeur opdoe.
Vaarwel lieve Leentje, dank je wel voor alles.
Meer lezen van Nicolle? Bekijk haar pagina >>>