In de loop der jaren heb ik door mijn werk bij De Paardenkrant veel verstand gekregen van allerlei vormen van paardensport. Zelf reed ik in die tijd vooral dressuur en deed ook wel mee aan springwedstrijden, maar er zijn natuurlijk nog een heleboel andere soorten paardensport, waar ik destijds niets of niet veel vanaf wist. Zoals bijvoorbeeld eventing, samengesteld mennen, draf- en rensport, westernrijden en endurance.
Sinds ik boeken voor de Gouden Paarden-serie schrijf, probeer ik in elk boek een andere sport voor het voetlicht te brengen. In Pico ging het bijvoorbeeld over het westernrijden, in Fabio over dressuur, in Roan over het samengesteld mennen, in Bowi over de drafsport en in Nola over springen en eventing.
Nu heb ik in de jaren bij de Paardenkrant over al die sporten wel wat geleerd. Over al die takken heb ik wedstrijdverslagen geschreven, al lag het zwaartepunt een groot aantal jaren bij het verslaan van nationale en internationale wedstrijden in de samengestelde mensport en van de nationale en regionale concoursen met tuigpaarden en Hackney’s. Ik weet dus over al die sporten wel iets, maar de finesse mis je toch als je die sporten niet zelf beoefent.
Linde Peters-Oortveld
Ik geef een voorbeeld. In Nola ging het over de eventingsport. En ja, ook over die tak van paardensport heb ik in het verleden verslag gedaan van wedstrijden. Ik wist er dus bijvoorbeeld wel van dat een dergelijke wedstrijd uit dressuur, springen en een cross bestond.
Maar ik wist bijvoorbeeld niet hoeveel tijd er zat tussen springen en dressuur, wanneer een pony of een paard door de dierenarts werd bekeken en waar hij dan op lette. En natuurlijk weet je als verslaggever nauwelijks iets over wat een ruiter thuis doet, aan oefeningen en voorbereidingen op wedstrijden. En in een boek wil ik ook dergelijke zaken aan de orde brengen.
Gelukkig heb ik in de loop der jaren een groot aantal collega’s, vrienden en kennissen gekregen die veel meer verstand hebben van dergelijke sporten dan ik. Zo heb ik voor Nola hulp gekregen van mijn oud-collega Linde Peters-Oortveld, die zelf al heel veel jaren actief aan de eventingsport meedoet. Zij wist mij alles te vertellen over het verloop van een wedstrijd, waar je op moet letten in de training, wat problemen zijn die je kunt tegenkomen en hoe je die als ruiter het best kunt proberen op te lossen. En ze heeft mijn boek proeflezen om te voorkomen dat er toch nog foutjes ingeslopen waren.
Zelfde constructie
Een zelfde soort constructie heb ik gebruikt voor het boek dat in oktober in de winkels ligt. Het vuur van Bajka gaat over een merrie met heel veel energie, die ze nauwelijks kwijt kan. Voor dit boek kon ik nog dichter bij huis blijven, want hoofdpersoon Julia en haar merrie Bajka beproeven hun geluk in de endurance. En ik hoefde niet ver te zoeken om iemand te vinden die alles weet over de endurance, want mijn schoonzusje Jeanne Linneweever heeft met veel succes deelgenomen aan internationale endurancewedstrijden met haar toppaard Macho.
Net als Linde wist ze mij een heleboel zaken te vertellen die ik nog niet wist. Hoe train je bijvoorbeeld een paard als je er wedstrijden van tachtig of honderdzestig kilometer mee wil rijden. Hoe houd je een dergelijk paard blij en vrij van blessures. Hoe vind je je weg als je een wedstrijd rijdt en hoe houd je bij hoeveel kilometer in welke tijd hebt gereden. Wat doe je als je in een wedstrijd iemand wil passeren?
Zelf kiezen
Zo leerde ik in de loop der jaren dus een heleboel nieuwe kanten van de verschillende takken van paardensport en dat vind ik heel leuk. Niet alleen voor mezelf, maar ik hoop dat jullie er ook iets van opsteken. Misschien helpt het ook met het voor jezelf een keuze maken voor een bepaalde sport. Al was het maar door eens goed naar je eigen pony te kijken en je af te vragen wat hij of zijn het allerleukste vindt om te doen. Want dat helpt echt met het maken van een verantwoorde keuze voor een tak van sport waar jullie allebei plezier in hebben.
Meer lezen van Christine? Klik hier voor haar pagina >>>