[Blog Christine] Talent is een lastig ding

Ik krijg op allerlei manieren regelmatig berichtjes van kinderen die een boek of zelfs meerdere boeken van mij hebben gelezen. Soms omdat ze een boekenbeurt over een door mij geschreven boek doen. Ze vragen dan om goede tips, maar die heb ik eigenlijk helemaal niet, want ik was zelf altijd heel slecht in het voor de klas staan en iets vertellen.

Christine aan het signeren op het horse event.

Christine aan het signeren op het horse event.

 

Maar ik krijg ook leuke berichtjes van kinderen die mij willen vertellen hoe enorm ze er van een boek hebben genoten. Soms melden ze ook wat ze mooi vonden of zelfs waar ze tranen van in hun ogen kregen. En soms moet ik enorm lachen om wat jullie aan mij schrijven.

Laatst kreeg ik een berichtje van een meisje dat schreef dat ze mijn boeken zo mooi vond. “Ik zit vaak op mijn slaapkamer te huilen, heel erg bedankt hiervoor”, schreef ze. Dat vind ik aan de ene kant heel grappig, maar aan de andere kant ook heel lief. Want dan dringt de boodschap die ik in mijn boeken stop in elk geval door.

 

Jonge schrijvers

Soms krijg ik ook berichtjes in het gastenboek van mijn website van kinderen die zelf ook een boek schrijven. Dat vind ik heel bijzonder, want zelf was ik er helemaal niet zo vlot bij. Ik was al volwassen toen ik bedacht dat ik het leuk zou vinden om een kinderboek te schrijven. Ik vond als kind lezen wel heel leuk, maar het kwam niet in mijn gedachten om zelf eens te proberen om een boek te schrijven.

Inmiddels heb ik wel geleerd dat veel van mijn collega kinderboekenschrijvers ook al heel jong zijn begonnen met schrijven. Dus iedereen die zich er mee bezig houdt: het is niet gek! Heel veel schrijvers zijn al jong begonnen. Gewoon blijven oefenen. Dan komt er een moment dat je goed genoeg kunt schrijven om een boek aan te bieden bij een uitgever.

 

Hoe ik begon

Ik ben eigenlijk min of meer bij toeval met schrijven in aanraking gekomen. Ik zag jaren geleden een vacature bij een krant. Ze zochten iemand die leuke stukjes kon schrijven. Op dat moment was ik op zoek naar werk en ik dacht: hé, dat lijkt me wel leuk. En ik denk ook wel dat ik dat kan.

Dus heb ik gesolliciteerd en ik kreeg de baan. Ik ging aan de slag en al snel bleek ik een prima journalist. Het schrijven van artikelen ging me heel gemakkelijk af. En ik had er ook plezier in om die artikelen te schrijven. Zo zie je maar dat het soms veel tijd kost voordat je een talent ontdekt. En wat is het toch raar dat als je dan ontdekt dat iets je gemakkelijk afgaat, dat je dat dan zo normaal vindt, dat je denkt dat iedereen het wel kan. “O, maar het is helemaal niet moeilijk, hoor. Als jij het zou proberen, dan kon je het ook”, zei ik altijd als iemand zei dat ik een leuk artikel had geschreven.

Jarenlang was ik redacteur bij een krant, maar toen kwam ik nog niet op het idee om een kinderboek te schrijven. En pas toen ik dat idee wel kreeg, had ik nog een zetje in de goede richting nodig. En toen ik Aurea de wilde pony had geschreven, toen vond ik het wel aardig, maar niet goed genoeg om het naar een uitgever te sturen. Als ik het aan iemand liet lezen en degene zei dat hij het een goed verhaal vond en dat ik het misschien aan een uitgever moest sturen, dan lachte ik. “Ja, het is wel aardig, maar het is geen Harry Potter”, grapte ik dan.

 

Aurea, de wilde pony

Met dit boek begon het allemaal...

Met dit boek begon het allemaal…

Ik was dan ook enorm verbaasd dat toen ik het dan toch instuurde naar een uitgeverij, dat iemand van Kluitman mij belde om te zeggen dat ze het een leuk verhaal vonden. En ik was nog verbaasder toen ze me vertelden dat ze het wel wilde uitgeven als ik nog meer van dergelijke leuke verhalen kon schrijven. Ik kon niet geloven dat ze het echt zo goed vonden.

En dat is ook altijd zo gebleven. Als ik een verhaal klaar heb en ik moet het naar de uitgeverij sturen, dan twijfel ik nog heel lang. En hoe langer ik twijfel, hoe waardelozer ik het verhaal vind. “Het is echt een slecht verhaal! Niemand gaat dit verhaal geloven. Als iemand het leest, dan vraagt diegene zich vast af waar die onzin vandaan komt”, zeg ik tegen mijn man, als hij zegt dat ik het gewoon in moet sturen (om van het gezeur af te zijn, denk ik).

Bij uitgeverij Kluitman wordt het verhaal dan natuurlijk ook nog gelezen en soms komen ze dan met goede ideeën om een boek beter te krijgen. Maar soms ook niet. In Nola met hart en ziel heb ik bijna niets meer veranderd. In elk geval niet in de verhaallijn. En dan moet de redacteur nog zeggen: Het is echt een goed verhaal. En dan nog is de twijfel niet weg. Pas als het nieuwe boek een paar maanden in de kast staat, kan ik het opnieuw lezen. Grappig genoeg valt het me dan vaak wel mee.

 

Het lot van de schrijver

Inmiddels heb ik wel geleerd dat veel schrijvers met hetzelfde probleem te kampen hebben. Dat komt natuurlijk ook doordat we van te voren vaak al bedenken hoe het verhaal gaat lopen en hoe we de spanning in het verhaal brengen. Het is dan niet gemakkelijk om jezelf nog te verrassen. Je weet al wat er komt. Pas als iemand die het niet weet je verhaal leest, weet je of diegene verrast is door een wending in het verhaal. Proeflezers zijn tijdens het schrijfproces dan ook van groot belang.

Inmiddels heb ik geleerd dat ondanks alles heel veel kinderen van mijn boeken genieten. Dat lees ik in alle berichtjes, maar ik weet het ook omdat ik kort geleden een mailtje van de uitgeverij kreeg dat ze verwachten dat dit jaar het 100.000e boek in de Gouden Paardenserie wordt verkocht. Ik wist niet wat ik hoorde! 100.000 boeken! Dat is een stapel zo hoog als de Dom in Utrecht! Ik ben blij dat ik ze niet allemaal bij me thuis heb. Geen idee waar ik ze zou moeten laten. In de stal? Dan zouden mijn paarden buiten moeten slapen, want die pasten er dan niet meer bij.

100.000 boeken! Stel je voor dat ik die allemaal zou signeren, dan was ik de rest van mijn leven bezig!

100.000 boeken! Stel je voor dat ik die allemaal zou signeren, dan was ik de rest van mijn leven bezig!

Het is natuurlijk prachtig, maar het zorgt ook wel voor een beetje druk. Want nu vind ik dat ook het volgende boek een succes moet worden. En ik ben er al heel hard mee bezig en eerlijk gezegd ben ik tot nu toe best enthousiast over dit verhaal. Al moet ik soms wel slikken om niet te gaan zitten huilen, want er zitten ook scènes in, die heel verdrietig zijn. Ik hoop maar dat ik dat ook in dit verhaal weer over kan brengen.

En zo zie je maar dat je soms je talent voor je moet laten spreken. Ook al kun je zelf soms amper geloven dat het een talent is. Dat is iets dat ik in mijn achterhoofd moet houden, want ik kreeg pas te horen dat ik binnenkort met het oog op het 100.000e boek wordt geïnterviewd door iemand van een bekend paardenblad. Grappig, om eens te worden geïnterviewd, in plaats van zelf de vragen te stellen en een artikel te schrijven. Ik ben benieuwd hoe het zal zijn. En als de redacteur een leuk artikel schrijft, dan zeg ik haar misschien wel dat ze ook eens moet proberen om een kinderboek te schrijven. Mocht ze dan twijfelen, dan zeg ik vast: “Heus, het is helemaal niet moeilijk, hoor. Als je het probeert, dan kun je het zeker ook.”

 

Zou jij ook willen schrijven?

 

Bekijk hier de pagina van Christine >>>

Advertentie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *